Overige uitgangspunten bij dit voorbeeld zijn:
– Orders doen 1 productiestap (1 dag) over een werkcel
– Elke werkcel kan per stap maximaal 2 orders aan
– Terwijl deze 6 orders door de fabriek lopen komen er in werkelijkheid steeds nog nieuwe orders bij. Die tonen we niet in de simulatie.
De 6 productieorders zijn:
Order 1, leverdag: 9, Route: A, C, B, E, D, E, F, G
Order 2, leverdag: 11, Route: A, B, C, B, F, E, G
Order 3, leverdag: 7, Route: A, B, E, G
Order 4, leverdag: 10, Route: A, B, D, F, D, C, G
Order 5, leverdag: 10, Route: A, B, C, F, G
Order 6, leverdag: 9, Route: A, B, C, F, D, E, G
Deze orders worden gepland zodat een startdatum bekend is. Op de leverdag moet de order bij de klant zijn, dat betekent dat de order 1 dag daarvoor in de laatste cel G moet zijn. Dat levert de volgende lijst van startdatums op:
Order 1, startdag: 1 (want op dag 8 in G)
Order 2, startdag: 4
Order 3, startdag: 3
Order 4, startdag: 3
Order 5, startdag: 5
Order 6, startdag: 2